De polder is gelegen in de binnenbocht van de Schelde. Dt is voor een groot deel zeer laag gelegen gebied dat bij hoogtij grotendeels beneden het peil van de Schelde komt te liggen. 
De vlakke ligging en dus ook het kleine verval, de sterke begroeiing, zorgen in die gebieden voor een  moeilijke afvoer. 
Ook het  onrechtmatig aanleggen van veelal te kleine en niet gepast geplaatste duikers, de  onaangepaste beplantingswijze, ongepaste of niet vergunde bebouwing. Algemeen het niet respecteren van de regelgeving omtrent de 5-meterzone, bezwaren die onderhoudbaarheid van de waterlopen. 

Jaarlijks onderhoudt de polder nagenoeg alle waterlopen van tweede en derde categorie en de publieke grachten. 
Die onderhoudsbeurt bestaat meestal uit een maaibeurt uitgevoerd met een maaikorf, waarbij het maaisel binnen die 5-meterzone wordt neergelegd. 
Voor dat neerleggen van die maaispecie is geen vergoeding voorzien en ook niet verplicht. 
In de wetgeving op de onbevaarbare waterlopen en de uitvoeringsbesluiten is vastgelegd hoe men daarmee moet omgaan. 
Indien noodzakelijk worden ook ruimingen uitgevoerd. In dat geval wordt ook de slibbodem weggenomen. Die slibbodem moet naar vervuiling toe onderzocht worden. 
Afhankelijk van de aard en graad van vervuiling wordt dat slib afgevoerd en verwerkt. 
Bij niet of minder erge vervuiling wordt het slib ter plaatse binnen die 5-m zone neergelegd en uitgespreid
Bij vervuiling spreken we over chemische of biologische vervuiling.
Ook kunnen binnen de gewone onderhoudswerken oeverversterkingswerken uitgevoerd worden.
Hoe de aanliggenden moeten omgaan met die 5-m zone wordt goed weergegeven in de brochures van de Provincie Oost-Vlaanderen.   
Op die pagina vindt u opnieuw een link naar de verschillende deelbrochures. 
De voorschriften stammen uit dezelfde wet en gelden onverminderd ook voor de polders.